Een verbod op uitvaren geldt wanneer de omstandigheden voor roeiers potentieel gevaarlijk zijn. Roeiers en eventuele begeleiders moeten nagaan welke omstandigheden voor het roeiwater worden verwacht voor de periode waarin zij op het water zullen zijn. De regels ten aanzien van een roeiverbod worden hieronder uitgelegd.
Naast het hanteren van de regels is het ook van belang dat leden zelf de afweging maken of roeien op dat moment verantwoord is, ook als er geen roeiverbod is!
In ieder geval geldt een algeheel vaarverbod bij de volgende (weers-)omstandigheden:
Als vanaf het vlot de contouren van de brug niet meer te zien zijn, geldt er een algeheel roeiverbod.
Tenzij schriftelijk ontheffing is verleend aan wedstrijdploegen, dient men vóór de duisternis binnen te zijn.
Als er op teletekstpagina 710, of op de website van het KNMI, een windwaarschuwing kracht 8 voor het district Marken wordt gegeven, geldt er een roeiverbod voor iedereen (ook voor wedstrijdroeiers).
Roeien bij windkracht 7 is toegestaan maar op eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat wanneer tijdens het roeien bij windkracht 7 schade ontstaat die een gevolg is van het roeien in harde wind, de schade verhaald zal worden op de roeier of de ploeg die geroeid heeft in die boot.
Als er ijs op het water ligt, hoe flinterdun dan ook, is er een algeheel roeiverbod. Als de thermometer op het vlot 0° C of lager aangeeft, dan geldt er een roeiverbod voor houten boten. Voor - 2° C of lager geldt een algeheel roeiverbod.
Ga in geen geval roeien als het onweert. Zit je al op het water als het begint te onweren, zorg dan dat je van het water bent zodra het onweer dichterbij komt en minder dan 3 km weg is (= 10 seconden tussen bliksemflits en donderslag).
Thierensweg 1
1411 EW Naarden
t: +31 (0)35 6940 452